Jason drama: Lessen voor DDP

 

Van onze Commissaris Veiligheid Aron van der Wees:

Jason drama: Lessen voor DDP

Ongeval op de Rijn 11 mrt 2017 en de vertaling naar situaties op de Maas en regels van DDP.

Het is duidelijk dat stroomsnelheden van 10 km per uur en een snelheid van roeiboten stroomafwaarts van 15 km per uur op en rond het vaarwater bij DDP niet voorkomt, evenmin een gierpont en in koppelverband afgemeerde duwbakken.

Toch zijn er raakvlakken die genoemd moeten worden en hopelijk bewustzijn verhogend werken: Motorvermogen versus roeien, snelheid, waterafvoer en onoverzichtelijke situaties zijn voor elke roeivereniging een inschatbaar risico. Het daadwerkelijk inschatten van deze risico’s is voor een stuurman en voor roeiers van groot belang.

Welke knelpunten vinden we bij:

Het toelatingskanaal en de keersluis.

Maas bevoegdheid begint niet voor niets bij het vlot, bij het afvaren vinden we meteen aan stuurboordzijde de brug richting toelatingskanaal. Een onoverzichtelijke situatie, omdat pas duidelijk wordt of er verkeer aankomt nadat er al gedeeltelijk in de vaargeul is gemanoeuvreerd.

Richting keersluis roeiend, kunnen aan beide zijden losschepen en containerschepen liggen, of in beweging zijn.

Vooral het aan en afmeren met gebruik van boeg en hekschroef is een gevaarlijke situatie en vergelijkbaar met voornoemd ongeval. Het afvaren vereist dus vooraf overzicht en stuurmanskunst, al te vaak gaat men hier al in de fout door op te roeien terwijl er in dit smalle kanaal, tussen beide loswallen ook nog doorgaand verkeer kan komen.

De bocht naar de keersluis is eveneens onoverzichtelijk en kan pas worden ingeschat bij voldoende zicht. Bijna ongevallen en precaire situaties zijn hier dagelijks aanwezig.

De Maas:

Bij rustig weer en een waterverplaatsing van minder dan 300 m/sec is het goed varen en zijn opkomend en afvarende schepen ( mits goed ingeschat) eenvoudig te pareren. Echter die goede inschatting vereist wel kennis en kunde van bemanning en stuurman/vrouw.

Plassen:

Het zijn vooral de bruggen, pleziervaart en de soms heftige korte golven die aandacht verdienen.

Attitude:

Vaak zien we de ervaren roeiers met zogenaamd gemak risico’s nemen. Onder het mom; wij zijn goed en weten het allemaal; heeft men lak aan verenigings en vaarregels. Het terzijde schuiven van de opgestelde veiligheidsregels en het oprekken van de voorwaarden om toch te gaan roeien zijn verontrustend.

Veel gemaakte fouten:

Mist: Als er na veel getuur bij mist men meent de silhouet van de brug over de A73 te zien, is het al klaar als een klontje: we gaan. Deze afstand is absoluut onvoldoende en een donkere plek die een brug zou kunnen zijn is geen reden op te varen. schepen hebben radar en zien elkaar, maar hout en kunststof zijn niet zichtbaar. In deze situatie mag er niet gevaren worden.

IJsgang: Voor u niet zo gevaarlijk. Maar bij te water raken is het met de zwemkunst snel gedaan. De vorstregels worden het meest van al overtreden.

Hoge waterafvoer : De commissaris veiligheid heeft het mandaat om bij afvoer boven de 500 m/sec regels te stellen. Kennelijk vindt men de plassen dan minderwaardig roeien en gaat toch de maas op. Het is niet stroomopwaarts, maar stroomafwaarts varen wat een groot risico is. De golven zijn hoger en als men ten opzichte van het water stilligt en dus niet meer kunt sturen, vaart de boot met redelijke snelheid richting schip of wal.

Wind: Er wordt geen waarschuwing gepubliceerd, maar op het water van maas en plassen kan het flink spoken. Enig voorstellingsvermogen is wel nodig. Ga eens C in plaats van glad

Aanbeveling: Moeten we bang worden? Neen, maar wel voorzichtig zijn. Het meest cruciaal binnen onze vereniging is

  1. 1-­‐  Regels opvolgen, niet zelf subregels verzinnen om toch te gaan roeien.

  2. 2-­‐  Kennis hebben en houden van vaarregels.

  3. 3-­‐  Deskundigheid van de bemanning. Roeien in crisis situatie: Het is aan te bevelen dat de

    instructeur of de meest ervaren roeier op boeg plaats neemt, het overzicht is daar beter en

    de roeibeweging heeft op die plaats het meeste effect

  4. 4-­‐  Neem eens een C boot in plaats van glad, vooral in de winter en bij ruwer weer.

  5. 5-­‐  Skiff regels aanpassen, ook voor skiff 3 in de winterperiode niet alleen en liefst helemaal

    niet.

  6. 6-­‐  Bij veel kleding draagt de stuurman/vrouw een reddingsvest, onze vesten zijn manueel dus

    zelf te activeren.

  7. 7-­‐  Maasbevoegdheid zeer selectief toepassen.Het is geen automatische opvolging van sk2 of r3

    naast goed kunnen roeien is overwicht en mentaliteit een vereiste. Langdurig trainen in sturen en inzicht onder supervisie is verzand en moet weer terug naar een gedegen opleiding.

  8. 8-­‐  Aan bakboord wal roeien mag, maar alleen in speciale situaties en dan is extra inzicht en voorrang een must

  9. 9-­‐  En vooral: bij twijfel niet varen